EnergyVille heeft een uitgebreide expertise in het ontwikkelen en berekenen van energiescenario’s voor een langetermijn-energiesysteemplanning. In dat opzicht publiceerde EnergyVille verschillende studies met een vooruitblik op de Belgische elektriciteitsvoorziening in 2030 en 2050. Daarvoor werden de voorbije jaren inzichten uitgedaagd en uitgediept in samenwerking met diverse bedrijven en stakeholders (Febeliec, Greenpeace, BBL, IEW en ENGIE) . Deze studies geven inzicht in een aantal specifieke energiescenario’s voor België, en proberen daarmee een antwoord te bieden op de vraag hoe onze elektriciteitsvoorziening er in 2030, en verder, mogelijk kan uitzien.
Status
Energiescenario's zijn essentieel om maatregelen te formuleren gericht op het realiseren van de transitie naar een duurzamere energievoorziening. EnergyVille ontwikkelt optimalisatie- en simulatiemodellen om deze scenario's te onderbouwen door hun potentieel, kosten en milieu-impact aan te tonen. Zo publiceeerde EnergyVille al verschillende studies die een vooruitblik geven op de Belgische elektriciteitsvoorziening in 2030 en 2050. Daarvoor werd verder gebouwd op de inzichten van de diverse stakeholders. Deze studies geven inzicht in een aantal specifieke energiescenario’s voor België, en proberen daarmee, zonder specifieke voorkeur voor bepaalde technologieën, een antwoord te bieden op de vraag hoe onze elektriciteitsvoorziening er in 2030, en verder, mogelijk kan uitzien en welk effect dit heeft op de energieproductie en kosten van dit elektrisch energiesysteem. De kracht van de gehanteerde methodiek is dat de scenario’s berekend worden strevend naar de laagste totale systeemkost om aan de energievraag te voldoen in alle sectoren.
2017: horizon 2030
De studies baseren zich op de inzichten van diverse stakeholders. Zo werd de eerste studie uit 2017 uitgewerkt in opdracht van Febeliec. Deze studie omvatte een centraal scenario met een nucleaire uitstap tegen 2025, een scenario met lage en hoge gasprijzen, beperkte import, en een verlenging van 2GW aan kernenergie over 10 jaar.
2018: horizon 2040
In 2018 werd deze studie op vraag van Greenpeace, BBL en IEW uitgebreid met een vooruitblik op 2040 met een nucleaire uitstap tegen 2025 en een verlenging van 2GW aan kernenergie over 10 jaar tot 2035.
2020: horizon 2050
De nieuwste studie, gepubliceerd in 2020, werd uitgewerkt in samenwerking met ENGIE, dat instond voor de kritische review van de aannames en scenario’s. In deze studie werden twee langetermijnpaden uitgewerkt (een met de huidige hernieuwbare ambities en een met hoge hernieuwbare ambities). In elk van de 2 paden werd een centraal scenario ontwikkeld waarbij de voorziene nucleaire sluiting in België gemodelleerd werd. Daarnaast zijn er 2 scenario’s met de mogelijkheid om te investeren in de uitbatingsverlenging van 2 nucleaire centrales (2 GW) met 10 of 20 jaar.
De vragen die in bovenstaande studies beantwoord worden:
- Hoe zal onze elektriciteitsproductie eruit zien in 2030 en volgende jaren, rekening houdend met het brede kader van hernieuwbare en klimaatambities op de meest kostenoptimale manier?
- Hoe beïnvloedt de verlenging van 2 nucleaire centrales met 10 of 20 jaar de verdere Belgische elektriciteitsvoorziening tot 2050?
- Wat is de impact van evoluties en beslissingen in aangrenzende landen op het Belgische elektriciteitssysteem?
- Welke rol speelt elke technologie in de scenario’s en wat is de impact op de CO2-emissies en kosten van het elektriciteitssysteem?
Het EnergyVille TIMES-model
Voor de uitwerking van de studies werd het TIMES-model gehanteerd. Dit is een techno-economisch model dat wereldwijd wordt gebruikt en waarvoor de software ontwikkeld wordt binnen het Internationaal Energieagentschap (IEA) door het ETSAP Technology Collaboration Programme. EnergyVille ontwikkelt het TIMES BE model voor het globale Belgische energiesysteem, inclusief alle productie- en vraagsectoren. Het model berekent verschillende scenario’s gebaseerd op de evolutie van technische en economische parameters en zoekt naar de meest kostenefficiënte oplossing om aan de vraag naar energiediensten te voldoen. Het model houdt structureel geen rekening met het perspectief van de investeerder. Er is geen focus op hoe de investeringen kunnen worden gefinancierd, m.a.w. bestaande subsidiëring van de diverse technologieën wordt in het model niet opgenomen. Groenestroomcertificaten en capaciteitsvergoedingen (CRM) zijn dus out of scope. Dit is immers een vorm van financiering die door de maatschappij gedragen wordt.
Zelf ook eens door de studies gaan?
Blader je graag zelfs eens door de studies en de gehanteerde scenario’s? Klik dan gerust door naar de volgende webpagina’s:

Contact
Pieter Lodewijks

Contact
Pieter Vingerhoets
